Recensie: Lollapalooza 2009

Mixed Grill op Lollapalooza

Terwijl de festivalgangers in Nederland zich opmaken voor Lowlands hebben ze in de Verenigde Staten het seizoen zo goed als achter de rug. Afgelopen weekend was Lollapalooza en onze medewerker in Chicago was erbij!

Lollapalooza is in 1991 door Jane’s Addiction-frontman Perry Farrell opgericht, destijds als afscheidstournee van datzelfde Jane’s Addiction. 18 jaar later kwam Lollapalooza “full circle”, door af te sluiten met een reünie-optreden van Jane’s Addiction, in de oorspronkelijke bezetting. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we dit optreden, evenals vele andere, niet hebben kunnen meemaken.

Een van de voordelen van festivals in de Amerikaanse Midwest in augustus is het weer – waar een Pinkpop of Lowlands nog wel eens kan wegregenen, zijn festivals als Pitchfork, Bonnaroo en Lollapalooza meestal gegarandeerd zonnig en warm. Althans, tot afgelopen vrijdag toen Lollapalooza 2009 van start ging. Wat bij aankomst nog een miezerbuitje was, bleek een volle dag beestenweer te worden. Gevolg was dat de bezoekersaantallen lang laag bleven, en Grant Park in het hartje van Chicago al snel een modderpoel werd.

Podiumdebuut

Dit weerhield White Lies er niet van om hun Amerikaanse podiumdebuut te maken. En de recensie in het meegeleverde Lolla-boekje was helemaal juist: een “love baby” tussen The Killers en Editors, maar op het hele grote Budweiser-podium nog niet charismatisch genoeg om deze acts naar de kroon te kunnen steken. De rest van de dag had, zeker in vergelijking met het jaar ervoor (Radiohead, Kanye West) een wat dunne line-up. Dit, gecombineerd met de met bakken uit de hemel vallende regen deed deze recensent besluiten dat het hotel een betere plek was om te vertoeven…

Het mooie van een festival in de grote stad is de mogelijkheid tot aftershows. Naast een aantal officiële aftershows, waarbij Them Crooked Vultures (Foo Fighters’ Dave Grohl, Queens of the Stone Age’s Josh Homme en Led Zeppelin’s John Paul Jones) de meest gewilde was, hielden alle overige muziekpodia de minder officiële aftershows. Wij begaven ons richting the Beat Kitchen, alwaar Icarus Himself (duo met droompop en bijzondere instrumentatie), Something Fierce (opgefokte punk uit Houston, Texas), Nervous Fingers (Feelies-achtige poprock) en Bird Talk acte de présence gaven.

De zenuwen

De zaterdag begon beter qua weer – het was inmiddels opgeklaard, en de eerder gevormde modderpoelen waren flink aan het verdampen toen rond half 3 ’s middags Los Campesinos! het podium betrad. Dit Welsh zevental had duidelijk de zenuwen voor het grote publiek, hetgeen vooral bleek omdat de set veel sneller werd gespeeld dan gepland: na 45 minuten was men eigenlijk al door het materiaal heen geraasd. Het publiek vond dat duidelijk niet erg, want het in groten getale gearriveerde publiek danste en zong enthousiast mee.

Countryrock zanger Robert Earl Keen was een oudgediende van Lollapalooza – zijn muziek, die aan een kruising tussen Lyle Lovett en John Hiatt deed denken, was een goed intermezzo bij de gestaag stijgende temperaturen. Het Budweiser-podium, een van de twee hoofdpodia, begon vervolgens vol te stromen voor een van de meest gehypede optredens van dit jaar: Arctic Monkeys. Met een nieuw album bijna uit, greep de band de gelegenheid aan om het publiek met dit nieuwere werk bekend te maken, waarna ze overschakelden naar oude bekenden als Brianstorm en The View from the Afternoon. Helaas lijkt het nieuwe materiaal erg op the Last Shadow Puppets, hetgeen het minder geschikt maakt voor een grote mensenmassa die niets liever wil dan feesten. Daarnaast is de band inmiddels dermate geroutineerd dat de nerveuze energie die bij de eerste optredens nog zo aanwezig was, niet meer te vinden is. Al met al een kleine tegenvaller, daar kon zelfs hun cover van Nick Cave’s Red Right Hand niets meer aan veranderen.

Killing an Arab

Na de Arctic Monkeys werd het tijd voor Santigold, die na twee jaar touren weer terug was in de VS. Geflankeerd door twee vlijmscherpe danseressen werkte ze zich door het materiaal van haar debuutalbum Santogold, met ook hier een cover – Killing an Arab van The Cure om precies te zijn. En deze dame kreeg het publiek WEL mee, te meer omdat een deel van het publiek tegen het einde van haar optreden op het podium mee mocht komen doen, zolang ze maar uit de buurt van de danseressen zouden blijven (“they punch & kick!”).

Hoogtepunt van de zaterdag bleek echter de Yeah Yeah Yeahs, op het laatste moment toegevoegd aan de line-up ter vervanging van de Beastie Boys. Enerzijds was de band zich terdege bewust van deze bevoorrechte positie (Sabotage van de Beastie Boys werd nog even ingezet), anderzijds bleek de band onder leiding van frontdame Karen O makkelijk in staat om het publiek voor zich te winnen. Giechelend scheurde de band zich door haar repertoire met veel nadruk op het geweldige laatste album It’s Blitz. Dit tot groot genoegen van het massale publiek, dat de gemiste intro’s en vergeten teksten graag voor lief nam. Hoogtepunt van het festival.

Rustig aan

Op dag drie waren de temperaturen inmiddels naar zo’n 35 graden Celsius gekropen, hetgeen betekende dat de voorkeur lag bij muziek die in de schaduw werd gespeeld, of waarbij rustig aan kon worden gedaan. Bat for Lashes voldeed alleen aan dat laatste. Gezegend met een prachtige stem en bijzondere instrumentatie zou ze als uniek talent boven het maaiveld uitsteken, ware het niet dat haar stem en muziek vooral live erg aan een vroege Björk deed denken.

Nieuwe hype Esser zou op het schaduwrijke BMI podium optreden, maar tegen de tijd dat we daar aankwamen was hij, 25 minuten voor de geplande tijd, al klaar. Gemiste kans onzerzijds dus. Hetzelfde podium bood daarna echter The Greencards, een Australisch / Amerikaans / Engels folk-gezelschap, met de ideale mix van relaxte muziek, verkoelende schaduw en humor om veel mensen in de buurt van het kleinste podium te houden.

Rib-blessure

De middag vervolgde met de mannen van de Kaiser Chiefs, die in tegenstelling tot de Arctic Monkeys de dag ervoor geen enkel probleem hadden met het publiek voor zich winnen. Frontman Ricky Wilson trok zich niet veel aan van zijn eerder in New York opgelopen rib-blessure, en klom, sprong, en schreeuwde dat het een lieve lust was. De set was ook duidelijk ingesteld op een festival: van opener Never Miss A Beat tot afsluiter Oh My God raasde de band door hun grootste hits.

Na Kaiser Chiefs was The Raveonettes helaas alleen figuurlijk verkoelend – het PlayStation podium had geen enkele vorm van schaduw, waardoor we na drie prachtige liedjes snel zijn doorgelopen naar geluidstovenaar Dan Deacon, die voor de gelegenheid met een volledige orkest het podium op kwam. Waar zijn CD’s nog wel eens onbegrijpelijk kunnen zijn, is de chemie live dusdanig, dat het publiek niets anders kon dan in de bloedhitte volledig los gaan.

Onze laatste band Vampire Weekend viel na al dat audiovisueel geweld eigenlijk erg tegen. Zonder enige publieksinteractie en met een groot gebrek aan spelplezier werkte men zich geroutineerd door het debuutalbum heen, afgewisseld met weliswaar leuk nieuw materiaal, maar niet genoeg om het optreden te redden.

En toen was het vijf uur, en zouden Snoop Dogg, the Killers en Jane’s Addiction nog komen. Maar het was ook nog steeds ruim 35 graden. Wij schaarden ons dan ook in de lange horde afhakers, en hebben de rest van het festival van achter de air conditioning mogen volgen. Conclusie – een weinig spannende line up, gecompenseerd door een aantal sterke individuele optredens. Maar de locatie is dusdanig prachtig, dat dit ons er niet van weerhoudt om volgend jaar weer te proberen van de partij te zijn.

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza

Mixed Grill op Lollapalooza