Recensie: John Zorn, EMPAC, Troy NY

EMPAC

Troy is een universiteitsstadje gelegen in het noorden van de staat New York, zo’n drie uur rijden vanaf New York City. Waar in de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw de welvarende inwoners van NYC hun zomerverblijf in Troy hadden, is de plaats nu vooral het toonbeeld van vergane glorie.

Slecht onderhouden fabrieksgebouwen, een grote daklozenpopulatie en veel, heel veel lege winkels. Het enige wapenfeit dat Troy nog enigszins relevant maakt (los van het feit dat de mythische figuur Uncle Sam in Troy heeft gewoond), is de universiteit: Rensselaer Polytechnical Institute, of RPI, ligt bovenop de heuvel, met uitzicht op de stad en de Hudson-rivier.

Daar opende in 2008 het ultramoderne Experimental Music and Performing Arts Center, oftewel EMPAC. Dit gebouw zou op zich al volstaan in een artikel over architectuur op deze site. Ontworpen door het roemruchte Schotse architectenkantoor Grimshaw en de minstens zo beroemde acoustici van Kirkegaard, is dit gebouw de natte droom van de echte audiofiel. Met een grote concertzaal in een organisch vormgegeven houten structuur, een kleiner theater en een tweetal studio’s (met asymmetrische diffusie-panelen, en onafhankelijk gefundeerd om trillingen tegen te gaan, uiteraard) is het een gewilde plek voor experimentele musici en acoustici om hun zoektocht naar vernieuwing ongestoord te kunnen doen.

Constante vernieuwingsdrang

Een van de studio’s was dinsdagavond het toneel voor een zeldzaam solo-optreden van de New Yorkse saxofonist / schrijver / componist / producer / arrangeur / hyperhyperproductieve avantgardist John Zorn. En met deze opsomming doe ik hem eigenlijk nog te kort. Zorn brengt per jaar meer albums uit dan menig artiest in een complete carrière. Hij staat bekend om zijn constante vernieuwingsdrang gecombineerd met een rotsvaste toewijding aan zijn Joodse roots. De relatie met RPI gaat zo’n twintig jaar terug, toen Zorn zijn beroemde Cobra-album in Troy opnam. Hij was de eerste artiest die onder het bewind van de nieuwe curator van EMPAC kwam optreden.

Een bijzonder optreden dus: 80 man in een klein zaaltje, geen versterking, geen lichtinstallatie. Alleen een man in een legerbroek, een T-shirt van de publieke radiozender van Troy, en zijn saxofoon. Als een vakman gebruikte Zorn de eerste drie stukken om zijn “werktuig” klaar te leggen: studies van diverse blaastechnieken, het gebruiken van de toetsen en andere hardware op de saxofoon als percussie, en het ongelofelijk brede spectrum aan geluiden dat hij uit zijn instrument kon krijgen. De eerste stukken waren combinaties van noise-erupties, korte toonladders, percussieve onderbrekingen, en passages waarin de saxofoon respectievelijk klonk als strijker, pizzicato contrabas en een tandartsboor (!). Het tweede stuk voegde daar impliciete tweetonigheid aan toe: door middel van ademhalingstechnieken werd de indruk gewekt van twee tonen die in en uit fase met elkaar gingen. Het derde stuk bestond voornamelijk uit het creëren van geluiden door in de hoorn van de saxofoon te schreeuwen / zingen.

Hemelse schoonheid

Geen eenvoudige kost dus, maar absoluut intrigerend. De beelden die werden opgewekt waren van “information overload”, de overdaad aan indrukken die het moderne leven met zich meebrengen, en de korte oases van rust tot de chaos weer de boventoon kreeg. Na de eerste drie stukken was daar echter een studie van Joodse melodieën, frasen, toonladders, en flageoletten. En bleek de lyriek en vloeiende spelstijl van meester Zorn in een kwartier van hemelse schoonheid. Niet voor één gat te vangen eindigde het uur met een eruptie die nog een flinke schep bovenop de eerste drie stukken gooide – non-stop dissonant, dicht op de pijngrens en huiveringwekkend scherp.

En toen was het over. Geen toegift, geen (verwachte) toespraak. We hoorden een kwartier later dat Zorn alweer in de auto terug naar NYC zat. De zaal bleef nog een tijd vol met audiofielen die driftig aan het evalueren bijkwamen. Of alleen even wilden bijkomen. Want we hebben het hier weliswaar over een optreden dat mijn jaarlijstje waarschijnlijk wel zal gaan domineren, maar de intensiteit was dusdanig groot dat een uur genoeg was. En het wel even duurde voordat alles op z’n plekje viel. De volgende dag kwam het besef pas echt – dit was een geniaal optreden. John Zorn is een bijzonder muzikant, een goed verweer tegen de muzikale verstomming en een geweldige testcase voor het geluid en de ervaring van een concert op zo’n bijzondere locatie.

Jacco Kuipers