Recensie: Elbow / John Grant – House of Blues, Chicago

elbow in chicago

John Grant is way bigger in Europe and the UK than he is here, and that is a shame – although we’re honored to have him support us on this tour, it shouldn’t have to be this way“. Elbow’s Guy Garvey windt er geen doekjes om: het is eigenlijk belachelijk dat John Grant vroeg op de avond in de (overigens uitverkochte) House of Blues zaal zijn ziel en zaligheid staat te verkondigen.

Om ons heen worden sociale media bijgewerkt, Tinder-matches nagelopen, en de laatste roddels doorgenomen. Op het podium staat de inmiddels in IJsland woonachtige Grant, begeleid door zichzelf op piano en een gitarist, de ene prachtplaat na de andere te spelen. En het klikt niet. Het hartverscheurende Where Dreams Go To Die, de bluf van GMF, de verstilde pracht van Glacier, het Czars-nummer Paint the Moon – het wilde allemaal niet aanslaan. Enigszins afgestompt verlaat Grant na een dikke twintig minuten het podium.

Dan maar door naar de hoofdact. Het is interessant om te zien dat Amerika bij Elbow een aantal generaties achterloopt: waar een zaal als deze (denk Paradiso) in Europa al ten tijde van het vervolgalbum A Cast of Thousands uitverkocht en de band inmiddels festivals headlinet, is het in Amerika nog een beetje aanmodderen. Vijf jaar geleden stond Elbow ter ere van The Seldom Seen Kid in de piepkleine (en niet uitverkochte) cocktail-lounge Park West, waar dit keer de zaal een flinke stap groter en tot aan de nok gevuld was. Het moet voor de band dan ook een dankbaar welkom zijn geweest om bij opener Charge (eigenlijk het zwakste nummer van The Take Off and Landing of Everything) de zaal volledig mee te sleuren. The Bones of You was een makkelijke overwinning, en het prachtige New York Morning, met z’n oneindige einde van het eerste couplet, was het eerste van vele hoogtepunten.

Bijna magische hoogtepunten

De muziek van Elbow is het beste te omschrijven als licht progressieve, weloverwogen geschreven pop-rock. Dat klinkt als iets waarvan je vullingen uit je mond zouden vliegen, maar de band heeft in zanger / tekstschrijver Garvey een ijzersterk geheim wapen. Zijn relatief heldere en toegankelijke beschrijvingen van zielenleed, het ouder worden, en het vasthouden aan vaste waarden als vriendschap, romantiek en verlies trekken de band vanuit potentiële kitsch naar bijna magische hoogtepunten. Het einde van Garvey’s relatie heeft duidelijk zijn teksten op het laatste album beïnvloed. Real Life (Angel) en Sad Captains gaan over zijn vlucht naar de drank, en oudere songs als Mirrorball en het absolute hoogtepunt Great Expectations (begeleid door uitsluitend piano en gitaar) worden melancholischer gebracht dan het origineel.

Het publiek at dan ook uit de hand van de band. Elbow wordt een daagje ouder: sinds het vorige album (het wat zwakke Build A Rocket, Boys) zijn er twee kinderen bij gekomen onder de bandleden. Het optreden in Chicago was dan ook duidelijk even “nodig”. Het publiek dat spontaan One Day Like This in tweestemmige harmonie overneemt is hierbij mooi meegenomen. En dan blijkt dat de mannen zichzelf na al die jaren, en met een Mercury Music Prize op zak, nog steeds niet al te serieus nemen. Een band die de reguliere set afsluit met de tekst “… What a perfect waste of time” weet het leven, of in ieder geval deze tour, op waarde te schatten. En het publiek ook.​

Jacco Kuipers