Recensie: Django Unchained

bazen

Het lijkt erop dat Quentin Tarantino allerlei klassieke filmgenres nieuw leven aan het inblazen is. Inglourious Basterds, zijn vorige film, was zijn versie van een film over de Tweede Wereldoorlog. Zijn nieuwste werk Django Unchained is Tarantino’s eigen draai aan de spaghettiwestern, maar tegelijkertijd ook een film over slavernij.

De film opent op klassieke wijze met uitvoerige openingscredits die denken aan het de gloriedagen van de spaghettiwesterns. Ook de soundtrack sluit daar bij aan, maar zodra de film begint weet je dat je aangekomen bent in de bizarre wereld van Quentin Tarantino. De hoofdrolspelers Django Freeman (Jamie Foxx) en Dr. King Schultz (Christoph Waltz) ontmoeten elkaar al snel op bijzondere en bloederige wijze. Dit zet meteen de toon van de film die in het kort een perfecte mix is van geweld en geniale dialogen. Ingrediënten die je natuurlijk kent van de eerdere films van Tarantino.
pang!

Dit keer tilt hij het wel naar een bijzonder hoog niveau. In het eerste deel van de film is dat vooral te danken aan de geniale Christoph Waltz.

In Inglourious Basterds was hij al subliem als de nazi Hans Landa, maar in Django Unchained mag hij echt schitteren en staat Jamie Foxx er eigenlijk een beetje voor spek en bonen naast. Zijn personage, Dr. King Schultz is een premiejager die criminelen opspoort en zodoende de borgsom opstrijkt. Door zijn Duitse achtergrond spreekt hij een zeer welbespraakte vorm van Engels. De soms simpele zielen die op zijn pad komen hebben daar vaak moeite mee wat zorgt voor prachtige misverstanden.

Schultz heeft de slaaf Django nodig om 3 sadistische broers met een prijs op hun hoofd op te sporen. Deze vinden ze op de boerderij van Big Daddy (Don Johnson). Als de klus geklaard is blijkt dat Django en Schultz een goed team vormen en besluiten ze samen te gaan werken. Al snel komt het levensverhaal van Django boven water. Hij blijkt getrouwd te zijn, maar weet niet waar zijn vrouw is. Samen gaan ze op zoek.

Calvin Candie

Deze zoektocht vormt het tweede deel van de film. Daarin komen ze uiteindelijk in Candyland uit. De enorme ranch van Calvin Candie (Leonardo DiCaprio). Candie is een ook zo’n typisch personage uit de koker van Tarantino. DiCaprio komt door zijn jonge koppe soms niet helemaal uit de verf als volwassen personage, maar dit keer is de geflipte Candie hem op het lijf geschreven. De verrotte tanden zorgen er verder voor dat hij wat minder een babyface heeft. Op Candyland woont trouwens ook de bejaarde bediende Stephen. Dit is een rol voor Samuel L. Jackson die zich helemaal mag uitleven in zijn rol. Vooral de dialogen die Stephen voert met alle andere personages zijn Tarantino op zijn best.

Hoe het verhaal loopt moet je echt in de bioscoop gaan zien, maar ook deze kun je beschouwen als klassieke filmelementen vermengd met de geniale gekte van Quentin Tarantino. Django Unchained is misschien wel zijn beste film. De dialogen zijn scherper dan ooit, de personages geflipter dan ooit, het geweld bloederiger en ook de soundtrack is ook weer lekker eclectisch. Django Unchained is voor elke filmliefhebber verplichte kost.