Pitchfork Music Festival – Union Park, Chicago – Dag 3

fishpork
De weergoden moeten hebben gehoord dat het op zaterdag nog niet te gortig was. Met temperaturen tot hoog in de dertig graden en een luchtvochtigheid van ruim 90% werd de zondag van Pitchfork een slijtageslag. En dat was te merken: gratis water werd al bij de ingang uitgedeeld, en het eerdere beleid dat meegenomen drank verbood was voor dag drie overboord gezet. Bij binnenkomst was het ook duidelijk dat deze dag een gevechtig om plekjes in de schaduw zou worden.

Qua programmering was deze derde dag de lichtste. Op het hoofdpodium werd afgetrapt met de droney noise-rock van Yuck. Luid, langzaam, en effectief, en voornamelijk door het publiek op veilige afstand van onder de dichtstbijzijnde boom bekeken. Opvolger Kurt Vile and the Violators wonnen de trofee voor de meest harige band van het weekend, en zetten het rustige tempo voort met hun doemdenkende folksongs.

Toen Twin Sister ook nog eens (weliswaar uiterst effectief en verzorgd) in het mid-tempo bleef, leek dit een kabbelende dag te worden. Daar werd echter een flink stokje voor gestoken op het hoofdpodium, alwaar über-hype OFWGKTA oftewel Odd Future Wolf Gang Kill Them All, losbarstte. Na een intro met daarin ruimte voor Bob Marley, Black Eyed Peas (?) en USA for Africa (?!) kwam het gezelschap het podium opgedaverd en kon de show beginnen. De mensen die nog niet waren gesmolten deden dat wel in de moshpit bij Odd Future. Bruut, grof, smerig, een waardeloos geluid, maar een hoop respect voor het energieniveau (en de wollen mutsen in de bloedhitte) was op zijn plaats.

Brandslang

De volgende act ging ook verder in hip hop, maar dan heel wat glitchier: op het kleinste podium was het collectief Shabazz Palaces al bezig met een technisch veel complexere soort hip hop, gepaard met een stuk minder show en bravoure dan Odd Future met zich mee bracht. Rond dit tijdstip begon ons ook op te vallen dat de eerste mensen al begonnen te vertrekken: murw door de extreme hitte en benauwdheid. De EHBO draaide overuren met bezoekers die leden aan uitdrogingsverschijnselen en zonnesteken. De brandslang werd nog maar eens op het publiek gezet.

Bij de twee grootste (niet beschutte) podia verscheen bij ieder optreden een kleiner publiek. Ariel Pink’s Haunted Graffiti mocht op het tweede podium nog proberen zijn licht alternatieve synthpop te brengen, maar ook de apparatuur (in zijn geval de microfoon) wilde niet meer van harte meewerken. Bij het (overigens degelijke maar wat saaie) optreden van Deerhunter zullen er misschien nog duizend man bij het podium hebben gestaan; de rest wilde hetzij in de schaduw zitten, hetzij alleen maar weg.

Airconditioning

Geleidelijk aan werd het duidelijk dat Pitchfork 2011 in een lichte anticlimax zou eindigen. Dit, gekoppeld aan het feit dat het optreden van hoofdact TV on the Radio nog zo’n drie uur op zich zou laten wachten, deed ons besluiten om de gestage stroom vertrekkende mensen te volgen naar de eerste de beste locatie met airconditioning.

Bij het weglopen hoorden we nog gemopper over het feit dat Chicago per se alle festivals in het hartje van de (hier normaal gesproken bloedhete en benauwde) zomer wil proppen, hetgeen meestal betekent dat een festival meer een uitputtingsslag is. Daar zijn we het maar ten dele mee eens. De zondag was te heet, maar we hebben in de afgelopen dagen een strak georganiseerd, uiterst ontspannen en betaalbaar festival gezien met een geweldige line-up, waar het over het algemeen prima uit te houden was. En voor dergelijke kwaliteit willen we best wel een extra litertje water of tubetje zonnebrand meesleuren.