Verslag van Big Ears Festival, Knoxville, Tennessee Dag 1

Big Ears 2016
Gloaming

Big Ears is een muziekfestival in het stadje Knoxville in de Amerikaanse staat Tennessee. Bijzonder is de kleinschaligheid en de spannende programmering. Kenners rekenen het tot een van de beste festivals in de VS. Onze man in Chicago reisde voor het tweede jaar op rij naar het festival en doet verslag:

Het is zo’n acht uur rijden vanaf Chicago naar Knoxville. De eerste zes uur kun je het beste maar vergeten, maar zodra je vanuit Indiana Kentucky inrijdt, en de Great Smoky Mountains je tegemoet komen, is de vermoeidheid van de reis snel vergeten.

Knoxville blijft een onwaarschijnlijke locatie voor een muzikaal vooruitstrevend festival als Big Ears, een driedaags (of eigenlijk een drie-en-een-half-daags) festival verspreid over een half dozijn locaties in deze studentenstad. De locatie en de sfeer waren wat voor mij Big Ears vorig jaar tot één van de beste festivals ooit maakten. Het was mogelijk om een half uurtje Terry Riley en Laurie Anderson in het majestueuze Tennessee Theater mee te maken, om daarna in The Standard in een dampende DJ-set van Jamie xx te belanden. Die gelijkwaardigheid van artiesten is dit jaar helaas wat getemperd: shows in de Tennessee Theater vereisen een zogenaamd “plus-ticket”, oftewel een extra aanschaf boven de ticketprijs, en in het Bijou-theater blijken de eerste rijen gereserveerd voor mensen met VIP-kaarten. Dat is jammer: de plus-tickets vereisen meer planning en minder kans om iets unieks tegen het lijf te lopen, en de VIP-rijen waren bij de shows die ik in het Bijou zag nagenoeg leeg.

Big Ears 2016
Knoxville Symphony met Bryce Dessner

Dat is allemaal klein zeer. Na een aftrap van de burgermeester van Knoxville (die terloops toegaf vroeger dronken te gaan dansen in de club van Big Ears-oprichter Ashley Capps) was de eerste act van de dag het Knoxville Symphony Orchestra. Als opener speelde het orkest een nieuw stuk van Bryce Dessner (ook bekend als gitarist van The National, en zes jaar geleden de curator van het festival). Dit stuk met onbekende titel (een programma was niet voorhanden) ging door een bijna onwaarneembare opbouw van flageoletten en ambient-achtige strijkers naar een ontlading die vaag deed denken aan de arpeggio’s in EDM. Na deze eruptie zakte het orkest terug naar een atonaal niets en een daverend applaus. Het was duidelijk dat dit stuk wat meer in het straatje van het orkest lag dan vorig jaar de Max Richter-bewerking van Vivaldi’s vier seizoenen: het orkest speelde gedisciplineerd onder de bezielende leiding van Steven Schick. De rest van het programma bestond uit stukken van Philip Glass en John Luther Adams (de “artist in residence” van dit jaar), maar ik besloot om snel richting nachtclub The Standard te lopen.

Chatoyant, de opener op deze locatie, is een viertal uit Detroit. Hun set bestond uit een uurlange improvisatie op gitaar, drums, Rhodes orgel en diverse blaasinstrumenten. De improvisatie ontbeerde enige toon- en maatsoort, en varieerde van hypnotiserend tot dansvloer-waardig tot volledig onbegrijpelijk. Bij vlagen mooi, maar het was lastig om de aandacht er het volle uur bij te houden.

Dus snel door naar de derde locatie: The Gloaming speelde in het Bijou-theater, een wat intiemer podium dan het imposante Tennessee Theater. The Gloaming is een Ierse groep die het meeste lijkt op een botsing tussen de minimalistische piano en vocalen van Ólafur Arnalds en, uh, The Dubliners. De prachtige pianopartijen met veel legato viool en gedisciplineerde semi-klassieke vocalen werden al gauw overdonderd door akoestische gitaar en Ierse fiddle. De combinatie werkte niet voor mij. Het publiek vond het prachtig, ik vond vooral snel de uitgang.

Big Ears 2016
Wolf Eyes

Dan maar weer terug naar The Standard voor Wolf Eyes, het legendarisch noise-trio uit Detroit (en hee – is dat niet de drummer van Chatoyant daar op gitaar? Oh jazeker!). De groep voldeed aan haar reputatie: meedogenloze noise bestaand uit gelaagde en overstuurde blazer-, gitaar- en vocale partijen. Alle drie de bandleden waren voorzien van samplers en sequencers, hetgeen vaak betekende dat het geluid in de zaal niets gemeen leek te hebben met de activiteiten op het podium. Op het schema voor ruim een uur, leek de band na drie kwartier het idee te hebben het publiek genoeg te hebben overrompeld. Uneasy listening op een hoog niveau.

Inmiddels was de voorspelde storm met onweersbuien en tornado-alarm in Knoxville gearriveerd, hetgeen betekende dat het merendeel van de mensen die al in de Standard waren, daar bleven voor afsluiter Andy Stott. En dat was geen slechte keuze. De Engelse producer / DJ had de sub-bassen tot het hoogste volume opgeschroefd, en de dubtechno met lastige beats en HEEL VEEL LAAG waren zowel uiterst smakelijk als (voor diegenen die te dicht bij de speakers stonden) misselijkmakend. Een fantastische afsluiter van een fijne openingsdag, die alleen in het water viel tijdens de sprint terug naar het hotel door de waterhoos die over Knoxville werd geleegd. Worth it.

Big Ears 2016
Bijzonder muziekinstrument
Big Ears 2016
Andy Stott
Big Ears 2016
Chatoyant
Big Ears 2016
Gloaming

Tekst en foto’s: Jacco Kuipers