Recensie: Django Unchained Original Soundtrack

soundtrack Django Unchained

De soundtracks bij de films van Quentin Tarantino zijn minstens zo legendarisch als de films zelf. De regisseur pikt de muziek voor zijn films altijd zelf uit en komt daarbij regelmatig met bizarre keuzes of vergeten pareltjes tevoorschijn.

Op de soundtrack van zijn nieuwste film, Django Unchained, pakt Tarantino het net even anders aan. Hij is niet alleen gaan duiken is zijn eigen muzikale archief. Hij heeft ook aan artiesten gevraagd om nieuwe muziek op te nemen. Die keuze is zeer geslaagd te noemen want tussen die nieuwe nummers staan een paar heel erg lekkere.

Maar laten we bij het begin beginnen. De soundtrack opent met een stukje dialoog uit de film. De toon is meteen gezet. Of je de film nu wel of niet gezien hebt, je zit er meteen in. Al zijn latere dialogen wel beter te begrijpen als je de film wel hebt bekeken. Zeker de stukken van Dr. King Schultz (Christopher Waltz) zijn door zijn excentrieke woordenschat en zijn Duitse tongval niet altijd goed te volgen.

Krakende plaat

Maar het draait natuurlijk om de muziek. Het openingsnummer Django van Luis Bacalov komt gewoon uit een andere film die ook de titel Django draagt (en waar Tarantino ook in de film dingen van heeft geleend). Een prima openingsnummer voor een spaghettiwestern. Na dit nummer hoor je opeens een naald op een krakende plaat. Tarantino geeft zelf in het boekje van de soundtrack aan dat hij bij een aantal oude nummers gebruik heeft gemaakt van zijn eigen vinyl. Dat kraken en tikken zorgt voor een mooie authentieke sfeer.

Tarantino had er voor kunnen kiezen om de hele soundtrack vol te gooien met dit soort nummers, maar heeft dat niet gedaan. Hij heeft, zoals ik al eerder schreef, een aantal artiesten gevraagd een nieuw nummer op te nemen. Daartussen zit de grootmeester van het genre Ennio Morricone die samen met de Italiaanse zangeres Elisa Toffoli het prachtige Ancora Qui brengt. Het dramatische nummer doet het goed tijdens een tragische scene aan het einde van de film. De echte muzikale verrassingen zijn echter de moderne artiesten als Anthony Hamilton: zijn Freedom (een duet Elayna Boynton) past goed bij het slavernijthema van de film of een tof nieuw nummer van John Legend.

Op het puntje van je stoel

De nummers die op positieve wijze het meest uit de toon vallen zijn van rappers. Vooral 100 Black Coffins van Rick Ross is een geweldig nummer. Zeker als je het in de film voorbij hoort komen. In eerste instantie lijkt het helemaal niet te passen, maar tegelijkertijd pompt de vette beat en de opgefokte raps je vol met energie en zit je in de bioscoopzaal op het puntje van je stoel. Je voelt gewoon dat er iets slechts gaat gebeuren.

En dan vergeten we bijna nog het prachtige I Got A Name van Jim Croce te vermelden. Even iets heel anders dan Rick Ross, maar deze prachtige seventies-pop moeten we gewoon even noemen. Je merkt dus dat de soundtrack weer lekker divers is, maar door de film en de herinneringen aan de film toch een coherent geheel is. Tarantino flikt het dus gewoon weer. Het enige minpuntje is dat het nummer Ain’t No Grave van Johnny Cash niet op het album staat. Dit terwijl het te horen is tijdens een cruciale scene in de film. Het zal wel iets met rechten te maken hebben.