Recensie: On The Road

on the road

In 1957 kwam het boek On the Road uit van de schrijver Jack Kerouac. Dat boek heeft op veel jongeren van toen – de ouderen van nu – diepe indruk gemaakt en heeft de generatie daarna sterk beïnvloed. Of zoals een oudere recensent vlak voor de persvoorstelling verwoordde; ‘On the Road is voor mij geweide grond’.

Dat verklaart ook de opwinding rond deze film. Hij kan voor lezers van het boek alleen maar tegenvallen. Het is immers niet eenvoudig de onbegrepen herinneringen van een hele generatie in beelden te vatten. Dat is meteen de reden dat Francis Ford Coppola, al sinds 1979 in bezit van de filmrechten, het lange tijd niet aandurfde het boek te verfilmen. Tot nu.

Fantastische ervaringen

In On the Road volgen we aankomend schrijver Sal Paradise (Sam Riley). Vanuit zijn perspectief volgen we drie reizen die hij als jonge twintiger door Amerika maakt. Centrale figuur is echter Dean (Garrett Hedlund). Dean is een man van onuitputtelijke energie, heeft overal en altijd een gevuld bed en is de persoon waar iedereen bij wil zijn en die iedereen wil zijn. Na de eerst ontmoeting met Dean wordt Sal volledig meegezogen en volgt hij Dean in zijn fantastische ervaringen.

Die ervaringen worden overigens opgeluisterd door zeer bekende acteurs in de bijrollen. Zo zie je onder andere Viggo Mortensen, Steve Buscemi, Kirsten Dunst, Amy Adams (Sunshine Cleaning) en die ambitieuze secretaresse uit Mad Men bijzondere figuren spelen.

Continue zoektocht

Om On the Road het beste te begrijpen is een zijsprong nodig naar een schrijver die in de film heel even aan bod komt: Louis-Ferdinand Céline. Celine schreef in 1932 het boek Reis naar het einde van de nacht. Volgens kenners gaat dit boek over de zinloosheid van ons bestaan, het gaat over een continue zoektocht zonder doel en uiteindelijk zonder gevonden bestemming. Achter op de kaft staat de volgende quote van Celine: ‘Het enige, werkelijk gemene boek van al mijn boeken is de Reis’.

Dat gemene zit ook in On the Road. Het is een mooie film, heeft prachtige plaatjes en bevat interessante karakters. De film duurt echter bijna twee-en-half uur en dat is voor een film die op het oog alleen maar gaat over rondreizende beste vrienden aan de lange kant. Het verder plotloze verhaal heeft bovendien het effect dat je niet 137 minuten vastgezogen in een achtbaan zit.

Thuis

De lengte zorgt eerder voor een gevoel dat ook de harten van de hoofdpersonen beheerst; onrust. Dean en de zijne willen non-stop reizen, bewegen, zoeken, gaan, ervaren, meer, drugs, verlaten, seks, vrij, verder, dolen. Of zoals de film dit regelmatig verwoordt: ‘Thuis zal ik nooit zijn, thuis zal ik nooit zijn’.

Een deel van het publiek zal hier niet veel mee kunnen en zal de film maar gemiddeld en een beetje ongemakkelijk vinden. Er zijn er ook die willen verder, door, begrijpen, voelen, hopen, ja hopen dat zij het ooit gaan vinden. Is dat je gevoel, dan is On the Road een aanrader.

Of de lezers van het boek er hetzelfde over denken…?

Tom Gibcus