Recensie: Enter The Void

still uit de film enter the void

Zeven lange jaren na zijn verpletterende Irréversible (en 11 jaar na zijn speelfilmdebuut Seul Contre Tous, wat ook al geen licht verteerbare kost was) is Gaspar Noé terug met zijn nieuwste bijdrage aan de filmkunst: Enter the Void.

Vooropgesteld: Enter the Void is geen gemakkelijke zit. Deze keer heeft dat echter weinig te maken met een te heftige inhoud, zoals dat bij Noé’s vorige films zeer zeker het geval was. De film duurt ruim tweeëneenhalf uur, maar is nergens zo schokkend als de gruwelijke verkrachting en doodslag-met-brandblusser uit Irréversible of de brute uitspattingen van de slager in Seul Contre Tous. Noé lijkt wat milder te zijn geworden, of kwam wellicht tot de conclusie dat dit verhaal het minder van rauwe geweldsexplosies moest hebben. Verbazend genoeg is de film vooral moeilijk door te komen omdat hij vaak nogal saai is. Er wordt oeverloos geouwehoerd over vrij weinig en de film valt meer dan eens in herhaling.

Groezelige onderbuik

Enter the Void is letterlijk een ‘headtrip’: we bevinden ons de hele film lang in het perspectief (point of view) van Oscar, een jonge drugsdealer die in Tokyo woont met zijn jongere zus Linda, die als stripper de kost verdient in een protserige nachtclub; Noé heeft duidelijk nog steeds een zwak voor de groezelige onderbuik van de samenleving, of hij nu in Frankrijk of Japan filmt. Als Oscar na een aanvaring met de politie wordt doodgeschoten en zijn ‘geest’ zijn lichaam verlaat, zweven wij als kijker met hem mee en beleven zowel het heden, zijn verleden en de mogelijke toekomst. Noé en zijn crew verbeelden dit alles uiterst inventief, met alle middelen die een filmmaker tot zijn beschikking heeft: creatief gebruik van CGI (computereffecten) en praktische effecten (zoals miniaturen en maquettes) en een dynamische montage, die laveert tussen momenten van zalvende sereniteit en hevige chaos.

Wat de film in de eerste instantie dus vooral bijzonder maakt, zijn de technische aspecten. Feit is wel dat bepaalde beelden en sequenties de potentie hebben om nog lang in het hoofd rond te blijven spoken, dus het is zeer goed mogelijk dat Enter the Void bij nadere beschouwing aan zeggingskracht zal winnen. Vooralsnog is het een bij vlagen zeer indrukwekkende stijloefening, die voor liefhebbers zeker de moeite waard is.

Recensie: Reint Schölvinck