Festivalverslag: Motel Mozaïque 2012

momo strandstoelen

Het is een koude en druilerige vrijdagmiddag in Rotterdam. Op het altijd tochtige Schouwburgplein is een handjevol mensen verzameld voor de aftrap van Motel Mozaïque.

De twaalfde editie van het Rotterdamse kunst- en muziekfestival. Het Schouwburgplein is het kloppende hart van het festival. Je kunt hier niet alleen je polsbandje ophalen, maar ook je haar gratis laten knippen, een strandstoel in elkaar knutselen, een ansichtkaart aan je vrienden versturen, of even tot inkeer komen in het opblaaskunstwerk van Rob Sweere, genaamd Contemplarium: Vortex. Wel even de schoenen uitdoen.

Hofbogen

Met een polsbandje aan de arm is het zaak om uit te waaieren over de stad. Bijvoorbeeld naar de Hofbogen, het voormalige Hofpleinstation dat is overgenomen door creatieve bedrijfjes. Hier vinden in jazzpodium Bird het hele weekend VPRO’s 3 voor12-sessies plaats. Korte optredens van bands en artiesten die elders op het festival een volledige show weggeven. De sessies zijn gratis toegankelijk, dus staat er vrijwel continu een dikke rij mensen de weg te versperren in Bird.

Op het dak van de Hofbogen aangekomen, breekt een voorzichtig zonnetje door. Het muziektheatercollectief Wunderbaum doet zijn best het publiek – veel hippe, artistiek geklede jongens en meisjes – in de vrijdagmiddagstemming te krijgen. Met een Vedett-biertje van drie euro in de hand gaat dat al een stuk beter. Speciaal dit weekend staat er een pizza-oven op het dak van de Hofbogen en is er zelfs een kleine festivalcamping gevestigd.

Haardvuurstem

Tegen 8 uur ‘s avonds barst de muziekprogrammering pas goed los. Waar beter het festival mee te beginnen dan met de Canadese feel-good zanger Dan Mangan? Deze sympathieke goedzak met zijn knisperende haardvuurstem, speelt rockende versies van zijn indiefolknummers in het voormalig LantarenVenster complex in de Gouvernestraat. Vaste prik in zijn optredens is het uit volle borst meezingen met ‘Robots need love too.’ Wanneer Mangan zonder zijn band het ingetogen nummer ‘Basket’ vertolkt, komt zijn bijzonder aangename, warme stemgeluid pas goed tot zijn recht.

Dan Mangan door Leonie Poot1
Dan Mangan

Hierna beklimt het nu-folk gezelschap Bowerbirds het podium. Zachtaardige hippies met lange haren en een gelukzalige glimlach op het gezicht. Ze vertolken lieflijke luisterliedjes, omlijst met cello, accordeon en toetsen. Luisterend naar de Bowerbirds begint de wereld er een beetje mooier uit te zien. Het nummer ‘Dogs’ gaat over hun thuisbasis North Carolina en ,,how much we love our little place in the world,” vertelt zanger Philip Moore. Het publiek wordt meerdere malen bedankt voor het respectvolle luisteren. De vredelievende troubadours sluiten af met het haast religieuze nummer ‘Overcome With Light’. Verlicht verlaten we de zaal.

Bezwete fotograaf

Wie dan naar de eveneens bebaarde singer-songwriter Ben Caplan wil gaan kijken moet achter in de rij aanschuiven. Het kleine zaaltje aan de Gouvernestraat zit prop en propvol. Af en toe komt slechts een bezwete fotograaf naar buiten. “Was het wat?” wordt dan meteen gevraagd. “Ja mooi!” is het antwoord. Caplan schijnt zo dronken geweest te zijn dat hij struikelde over zijn gitaarsnoer en de grootste moeite had om zichzelf weer in te pluggen. De volgende ochtend wordt zijn 3 voor12 optreden afgezegd. Wellicht had de goede man een kater.

Geen nood, want het singer-songwriter aanbod in de Gouvernestraat is nog lang niet opgedroogd. Jamie N Commons is een oude Britse bluesrockzanger in het lijf van een jonge knul. Hij was genomineerd voor de BBC Sound of 2012-prijs en wordt vergeleken met Tom Waits en Nick Cave. Maar als je Commons hoort is het toch echt een Joe Cocker junior. Een fantastisch warme, doorleefde stem voor een 23-jarige, waarmee hij over Jezus en de duivel zingt. Zijn nummers zijn iets te gladjes en te veel dertien in een dozijn.

jamie n commons door leonie poot
Jamie N Commons

Keuzes maken

De frustraties van een festival: keuzes maken, te laat komen, in rijen staan en niet meer naar binnen kunnen. Op de eerste dag van Motel Mozaïque maak je het allemaal mee. Bij het optreden van White Rabbits in Rotown staat het publiek als sardientjes in een blik. De mannen zijn niet te zien van achter in de zaal, dus moet er maar naar het scherm gekeken worden. Zoals altijd een energiek optreden van het New Yorkse zestal, met als opzwepend hoogtepunt de single Percussion Gun.

De afsluiter in Rotown is electro-duo Light Asylum. De omschrijving van de frontvrouw, die op zowel Grace Jones als Skin van Skunk Anansie moet lijken, maakt nieuwsgierig. Maar helaas, hoewel er aardig gedanst wordt, is Rotown maar halfvol en weet de op jaren tachtig geïnspireerde ‘new wave synth’ niet te overtuigen. Gelukkig kan je de avond dan altijd nog mooi afsluiten door te gaan drinken, dansen, en artiesten aan te spreken die overal in het wild te bewonderen zijn. Dan Mangan wil best een beetje keuvelen in ruil voor een biertje.

Zaterdag 21 april

De zaterdag is uitverkocht en dat betekent een stuk meer festivalgangers in de stad. Lange rijen bij het ticketkantoortje op het Schouwburgplein, en ook bij de postkamer van Motel Mozaïque is het dringen bij de typemachines. Diegenen die alweer social media moe zijn, kunnen communiceren via briefpapier en geknutselde collages. Er worden Eastpakstrandstoeltjes in elkaar getimmerd, en winkelende moeders staan met hun kroost in de rij om het witte opblaaskunstwerk van Rob Sweere in te mogen. De Nederlandse bands Halfway Station en Convoi Exceptional verleiden toevallige passanten om even te pauzeren rondom het muziekpodium op het plein.

momo post

Liefdesverdriet

Vandaag is er een vol programma in Bird voor de 3voor12-sessies. Aan het einde van de ochtend vertolken The Antlers een drietal nummers. Het zijn melancholische, traag uitgesponnen sfeerstukjes. Waar veel bands live juist te snel spelen, doet The Antlers gewoon nog een paar stapjes terug. De zwaar op de hand liggende nummers ‘I Don’t Want Love’ en ‘Putting the Dog to Sleep’ komen voorbij. Het is dat ze zulke intrigerende muziek maken, anders zou je zo weer in slaap vallen. Even dromerig is het optreden van Julia Stone voor 3voor12. De zangeres, bekend geworden met haar broer Angus, maakt een schattige, verlegen indruk. Haar blik is verscholen achter een lange pony. Haar stem klinkt een beetje Donald Duck-achtig, maar is niettemin zuiver en prettig in het gehoor liggend. De intense manier waarop ze over liefdesverdriet zingt doet denken aan Fiona Apple.

momo julia stone2
Julia Stone

Later op de avond staat er nog zo’n meisjesachtige vrouw met een gouden strot op het programma. Lisa Hannigan mag het publiek in de grote zaal van de Schouwburg om haar kleine pinken winden. Dat lukt haar met gemak. Ze heeft een prettig hese stem waarmee ze op poëtische wijze over prille liefde zingt. Soms komt ze al te braaf over, maar dan gooit ze er weer een beetje pit tegenaan en staat ze uitbundig te headbangen op het podium. “I rocked my hair out,” zegt ze verontschuldigend. Multi-instrumentalist Hannigan bespeelt bijna ieder nummer iets anders: de banjo, ukelele, gitaar of trekharmonica. De strak in het pak geklede mannen naast haar geven Hannigan een jazzy muzikale omlijsting. Een hoogtepunt van de set is de mierzoete jarenvijftigballad ‘You Belong To Me’, waarbij Hannigan en haar duetpartner een trompet nadoen met hun stem. Het is niet gebruikelijk op festivals, maar de zangeres wordt zo hard toegejuicht dat ze terugkomt voor een toegift. Ze speelt ‘I Don’t Know’, een aanstekelijk meezingertje van haar eerste album Sea Sew.

momo lisa hannigan
Lisa Hannigan

Ogen dicht

Opgewekt en vrolijk verlaten we de Schouwburg, om daarna teleurgesteld te worden door de Britse dames en heren van 2.54 in Rotown. Frontvrouw Colette Thurlow lijkt zowel qua uiterlijk als zang op Shirley Manson van Garbage. Alleen dan de saaie versie. Hun duistere shoe-gazemuziek is nogal eentonig en na een aantal nummers is een groot deel van het publiek vertrokken. Bijvoorbeeld om alvast in de rij te gaan staan bij discotheek Off Corso voor The Maccabees. Helaas maken de Londenaren de belofte van hun sterke album ‘Given to the Wild’ live niet waar. De band is van zijn stuk gebracht door het slechte geluid in de betonnen bak die Off Corso is. Zanger Orlando Weeks is in het openingsnummer niet te horen en is gefrustreerd. ,,Ken je dat, dat je slecht begint en dan daarvoor gaat overcompenseren?” vraagt hij aan het publiek. De jonge meisjes vooraan in de zaal maakt het niet veel uit. Zij zingen met de ogen dicht alle nummers mee.

momo maccabees
The Maccabees

Er staan al aardig wat kilometers op de teller als we tegen middernacht terugkeren naar de Hofbogen om de frisse stuitermuziek van Django Django te gaan beluisteren. De logistiek rondom het bezoeken van het Mini-mall podium laat echter nogal te wensen over. Van tevoren sta je een tijd lang klem in de rij, om vervolgens tergend langzaam een propvolle zaal in geloodst te worden. Naar achteren geschuifeld voor een beetje ademruimte, is het podium niet te zien en het geluid behoorlijk slecht. Deze setting doet niet zoveel recht aan Django Django’s dynamische, kraakverse popliedjes met dwarse beats, tempowisselingen en harmonieuze samenzang.

Slenteren

Dan is de keuze snel gemaakt: toch nog even Patrick Watson bekijken in de Schouwburg. ‘s Middags liep de Canadese singer-songwriter nog op zijn dooie gemak over het Schouwburgplein te slenteren en liet hij weten zin te hebben in zijn show. ,,Mensen zijn veel enthousiaster over mijn nieuwe materiaal,” licht hij toe. En inderdaad, de hyperactieve Watson weet het publiek te enthousiasmeren. Het lijkt wel of hij lachgas geïnhaleerd heeft. Stilzitten doet hij geen moment. Hij zwaait met zijn benen achter de piano en zet zijn kenmerkende petje af en dan weer op. Hij brabbelt onnavolgbaar en grapt tussen de nummers door.

momo patrick watson
Patrick Watson

Watson speelt voornamelijk materiaal van zijn net uitgebrachte vierde plaat, Adventures From My Own Backyard. We dromen weg bij het repetitieve nummer Into Giants. ‘We started out as lovers, don’t know where it’s going to end,” zingt Watson keer op keer. Het filmische karakter van zijn muziek wordt nog eens extra onderstreept door twee kokervormige projectieschermen waarop zwart-wit beelden voorbij flitsen. Watson pakt het welwillende Schouwburg-publiek in met op Satie geïnspireerd pianospel, zijn zuivere hoge stem, en een beetje acapella samenzang met de zaal. Zijn optreden heeft een hoog houtje-touwtje gehalte, maar door Watson’s charmante interactie met de zaal, maakt dat niet zoveel uit. Menige toeschouwer begint zo tegen half twee ‘s nachts te knikkebollen, maar de zanger kan op een daverend applaus rekenen. Een waardige afsluiter voor de twaalfde editie van Motel Mozaïque.

momo patrick watson3
Patrick Watson

Recensie: Saskia Naafs
Foto’s: Erik Bremer (behalve de foto’s van Dan Mangan en Jamie N Commons, die zijn van Leonie Poot)